Er bestaan drie typen opname-apparaten: digitale, analoge en DV/HDV-camera’s. Voor deze typen gelden verschillende hardwarevereisten.
DV/HDV-camera’s: Bij een DV- of HDV-camera wordt het videosignaal in digitaal formaat naar de computer verzonden. U hoeft alleen maar een kabel op de juiste aansluiting aan te sluiten als u video naar de computer wilt overzetten.
Analoge video: Videosignalen van een analoge bron moeten naar een digitale indeling worden geconverteerd voordat de computer ze kan verwerken. Voorbeelden van analoge opnameapparaten zijn: VHS-videorecorders, televisies en VHS-C-, 8-mm- en Hi-8-videocamera’s. In tegenstelling tot DV-opnameapparaten, die zelf digitale videosignalen naar de computer sturen, hebt u voor analoge videosignalen een video capture-kaart nodig. Deze kaart converteert analoge signalen naar digitale signalen.
Digitale video (ATSC, DVB-T/S/C): Videosignalen afkomstig van digitale opname-apparaten worden in digitaal formaat naar de computer verzonden en in de indeling MPEG-2 opgeslagen. Een tv-kaart is een goed voorbeeld van een digitaal apparaat. Als u digitale video wilt overzetten, moet u hiervoor een speciaal apparaat op uw computer aansluiten.