Het palet Eigenschappen bovenaan rechts op het scherm, toont de eigenschappen van geselecteerde of gemarkeerde objecten die u naar het inhoudsgebied van uw project hebt gesleept vanaf het palet Mijn media of het Effectenpalet. De specifieke eigenschappen van de afzonderlijke overgangen en effecten worden hier weergegeven en de basiseffecten van afbeeldingen, audioclips en videoclips worden standaard getoond.    

 

 
 
Sommige van de hier vermelde functies zijn beperkt of niet beschikbaar in de Essentials-versie. U kunt uw Essentials-versie op elk ogenblik upgraden op www.nero.com om de volledige versie met alle functies te krijgen.
 
 
Als u een object dat u naar het inhoudsgebied hebt gesleept, wilt bewerken, moet het worden geselecteerd en moet de schuifregelaar met de tijdlijn op de clip worden geplaatst. Anders blijven alle instelopties op het palet Eigenschappen grijs.
De volgende basiseffecten zijn beschikbaar:
Audioniveau
Standaard audio-effect waarmee u het audiovolume van een respectieve clip kunt aanpassen.  
Alleen beschikbaar voor audio- en videoclips.
Ankerpunt
Stelt de positie in van het ankerpunt van de clip. U kunt een vooraf gedefinieerde positie kiezen door een van de hoekknoppen rechts te activeren of door uw eigen positie te selecteren in de invoervelden links. Het centrale punt wordt standaard geselecteerd. 
Alleen beschikbaar voor videoclips en afbeeldingen.
Positie
Plaatst de clip op de gewenste positie of stelt deze horizontaal of verticaal gecentreerd in. U kunt een geselecteerde clip ook plaatsen in het voorbeeldgebied bovenaan links op het scherm.
Alleen beschikbaar voor videoclips en afbeeldingen.
Schaal
Schaalt (vergroot of verkleint) ofwel de volledige track ofwel geselecteerde keyframes door het gewenste percentage in de invoervelden op te geven. De knop Passend op scherm is standaard ingeschakeld; u kunt deze uitschakelen voor het schalen.  
De vergrendeling is standaard gesloten en de horizontale en verticale schaal kunnen alleen verhoudingsgewijs worden aangepast. Klik op het pictogram om te ontgrendelen en geef verschillende waarden op.
U kunt een geselecteerde clip ook schalen in het voorbeeldgebied bovenaan links op het scherm.
Alleen beschikbaar voor videoclips en afbeeldingen.
Rotatie
Selecteert het niveau van rotatie volgens de waarde die is ingevoerd in het invoerveld Rotatie: positief voor rechtsom en negatief voor linksom.  
U kunt een geselecteerde clip ook roteren in het voorbeeldgebied bovenaan links op het scherm. Klik in de linkerbenedenhoek van het voorbeeldframe en houd de muisknop ingedrukt terwijl u naar het vereiste niveau sleept.
Alleen beschikbaar voor videoclips en afbeeldingen.
Matheid
Past de transparantie aan van de volledige clip of, met behulp van keyframes, van gedefinieerde posities.  
Alleen beschikbaar voor videoclips en afbeeldingen.
Daarnaast kunt u gemakkelijk meer of optionele effecten vanaf het Effectenpalet naar een clip slepen. Alle aanvullende effecten worden weergegeven onder de basiseffecten in het onderste gedeelte van het palet Eigenschappen. Als er meerdere clips zijn geselecteerd in het inhoudsgebied van uw project, wordt hetzelfde effect toegewezen aan de respectieve lijst van effecten van elke lijst op het palet Eigenschappen. De effecten worden van boven naar onder gerenderd. U kunt de volgorde van de optionele effecten wijzigen met de functie slepen-en-neerzetten.
Wanneer u op de knop  Nero Vision icn enlarge 18014398812653963 Palet Eigenschappen links van de koptekst van een effect klikt, wordt een gebied uitgebreid met de instelopties van het respectieve effect. U kunt deze individuele eigenschappen aanpassen. De volgende instelopties zijn altijd beschikbaar:
Knop
Hiermee worden de aanvullende effecten tijdelijk in- of uitgeschakeld. Als u de knop activeert voor een van de basiseffecten, wordt dit uitgevoerd in zijn standaardinstelling (bijv. Ondoorzichtigheid = 100%).
Selectievakjes en bedieningselementen
Keyframes gebruiken
Schakel het selectievakje in om een track met keyframes toe te voegen voor het respectieve effect onder de respectieve hoofdclip in het inhoudsgebied van het tabblad Tijdlijn. 
Zoals u geen individuele keyframeposities hebt gekozen op een trackt, blijven de effectinstellingen geldig voor de volledige clip. Zodra u afzonderlijke keyframes hebt gemaakt, zijn de effectinstellingen geldig voor de gekozen posities. Er wordt standaard altijd een afzonderlijk keyframe toegevoegd aan het begin en einde van de clip.  
U kunt afzonderlijke keyframes maken, selecteren en/of verwijderen met behulp van de bedieningselementen. (Alleen beschikbaar wanneer het selectievakje Keyframes gebruiken is ingeschakeld.)
Klik op de knop Keyframe maken om een keyframe toe te voegen aan de gekozen positie van de schuifregelaar voor de tijdlijn. Klik op de knoppen Ga naar het volgende sleutelframe /Ga naar het vorige sleutelframe om de keyframes op de tijdlijn te selecteren. Als u opnieuw op de hoofdknop klikt, wordt een gemarkeerd keyframe verwijderd (Keyframe verwijderen).
Daarnaast kunt u kiezen tussen drie interpolatiemethoden. De lineaire interpolatiemethode biedt een constant veranderingspercentage tussen de afzonderlijke keyframes; deze methode is standaard ingesteld. De Bézier-interpolatiemethode biedt een vloeiende overgang tussen keyframes door het zacht uitfaden. De interpolatiemethode Vasthouden verandert abrupt naar een gekozen waarde, zonder geleidelijke overgang.   
Knop
Verwijderen
Verwijdert het effect van het item in uw compilatie.
Niet beschikbaar voor basiseffecten. 
Er kan slechts één overgang per keer worden toegepast op een videoclip of foto. Als u een tweede overgang instelt, wordt de eerste vervangen. Wanneer u op de knop  Nero Vision icn enlarge 18014398812653963 Palet Eigenschappen links van de koptekst van een overgang klikt, wordt een gebied uitgebreid met de instelopties van de respectieve overgang. U kunt deze individuele eigenschappen aanpassen. De volgende instelopties zijn altijd beschikbaar: 
Knop
Schakelt een overgang tijdelijk in/uit.
Invoerveld
Duur
Toont en definieert de duur van de overgang.
De duur is standaard ingesteld op één seconde.
Knoppen
Uitlijning
Definieert als een overgang meer naar links wordt uitgelijnd (einde bij knipsel), meer naar rechts (begin bij knipsel) of gecentreerd blijft tussen twee clips.
Een overgang wordt standaard tussen twee clips gecentreerd.
Knop
Verwijderen
Verwijdert de overgang. 
U kunt ook op de Del-toets op uw toetsenbord drukken om een geselecteerde overgang uit uw compilatie te verwijderen.
 
Zie ook:
Scherm Video’s bewerken


Palet Eigenschappen