Sommige van de hier vermelde functies zijn beperkt of niet beschikbaar in de Essentials-versie. U kunt uw Essentials-versie op elk ogenblik upgraden op www.nero.com om de volledige versie met alle functies te krijgen.
 

 

 
 
De basiseffecten van videoclips, afbeeldingen of audiobestanden, en de extra effecten die u hebt toegevoegd, worden op dezelfde manier aangepast.
 
 
 
Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
De gewenste bestanden worden weergegeven in het scherm Video’s bewerken.
Ga als volgt te werk om de eigenschappen van enkele effecten aan te passen:
1.
Selecteer het bestand van het respectieve effect dat u wilt bewerken in het inhoudsgebied.
2.
Klik op het palet Eigenschappen.
à
De lijst met basiseffecten en alle aanvullende effecten die zijn toegevoegd aan het bestand, wordt weergegeven. Effecten worden gerenderd van boven naar beneden en u kunt de volgorde van de optionele effecten wijzigen met de functie slepen-en-neerzetten.
à
Zolang u geen individuele keyframeposities hebt gekozen op een track, blijven de effectinstellingen geldig voor de volledige clip.
3.
Ga als volgt te werk als u afzonderlijke keyframes wilt maken die alleen de effectinstellingen zullen inschakelen voor de gekozen posities:
1.
Schakel het selectievakje Keyframes gebruiken in de koptekst van het effect in.
à
Een track met keyframes wordt weergegeven onder de respectieve hoofdclip in het inhoudsgebied van het tabblad Tijdlijn. Daarnaast worden extra bedieningselementen weergegeven naast het selectievakje op het tabblad Eigenschappen in het mediagebied.
2.
Plaats de tijdcursor op de tijdlijn en klik op de knop Keyframe maken om één keyframe toe te voegen.
à
Het keyframe wordt weergegeven op de track van keyframes.
3.
Herhaal de voorgaande stap om meer keyframes toe te voegen.

 

 
 
Als u een bestaand keyframe wilt verwijderen, selecteert u het respectief keyframe en klik op de knop Sleutelframe verwijderen . Gebruik de knoppen links en rechts (Ga naar het vorige sleutelframe / Ga naar het volgende sleutelframe ) om te navigeren tussen de keyframes.
 
 
4.
Als u een extra effect in uw compilatie (tijdelijk) wilt uitschakelen, schakelt u de optieknop links van de naam van het effect in de koptekst uit. Schakel de optieknop opnieuw in om het effect opnieuw te activeren.
5.
Klik op de knop aan de linkerzijde van de koptekst van een effect.
à
Een gebied wordt uitgebreid om de individuele instelopties van het effect weer te geven.
6.
Pas de instellingen van het respectieve effect in het uitgebreide gebied aan volgens uw vereisten.
à
De wijzigingen worden aangepast in het inhoudsgebied.
è
U hebt de eigenschappen van afzonderlijke effecten in uw project aangepast.
Zie ook:
Film maken


Effecten bewerken