Als het selectievakje Schaduw toepassen in het palet Eigenschappen is geselecteerd, krijgt de geselecteerde knop of het grafische object een schaduw. Als u klikt op de knop Opties verschijnt het venster Instellingen voor schaduwen.
U kunt de detailinstellingen voor schaduwen aanpassen boven in het venster Instellingen voor schaduwen. Als u het selectievakje Voorbeeld hebt ingeschakeld, wordt een voorbeeld weergegeven onder in het venster. U kunt onmiddellijk zien wat het effect is van een gewijzigde instelling.    
De volgende opties zijn beschikbaar:
Vervolgkeuzelijst
Lichtbron
Hiermee kunt u de gewenste hoek bepalen van de virtuele lichtbron ten opzichte van het voorwerp.
Schuifbalk
Matheid
Hiermee kunt u de gewenste mate van transparantie van schaduwen in procenten opgeven. Een ondoorzichtigheid van 0 betekent dat de schaduw onzichtbaar is.
Schuifbalk
Afstand
Hier kunt u de afstand tussen het voorwerp en de schaduw (in pixels) opgeven.
Schuifbalk
Verspreiden
Definieert in welke mate de schaduw wordt verspreid (in procent). De verspreiding wordt toegevoegd aan de grootte van de schaduw.
Schuifbalk
Vervagen
Hiermee kunt u de mate van vervaging voor de schaduw opgeven.
In de standaardinstellingen heeft de schaduw een exacte omtreklijn die een vervaging van 0% geeft.
Vervolgkeuzelijst
Kleur
Hiermee kunt u de gewenste kleur voor de schaduw opgeven.
 
Zie ook:
Het tabblad Aanpassen


Venster Instellingen voor schaduwen