- Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan:
- ►
- Het scherm Brandopties verschijnt.
Volg onderstaande stappen om een project te branden naar een schijf:
- 1.
- Plaats een beschrijfbare schijf in de gewenste recorder.
- 2.
- Selecteer de optie Branden naar en de gewenste recorder.
- à
- Rechtsonder in het scherm wordt de knop Branden weergegeven.
- 3.
- Selecteer de optie Volumenaam.
- à
- Er wordt een dialoogvenstergebied weergegeven.
- 4.
- Voer de gewenste naam voor de schijf in het invoerveld in. Tekens die niet zijn toegestaan in de schijfnaam worden automatisch geconverteerd naar underscores (_).
- 5.
- Selecteer de optie Instellingen opname.
- à
- Het venster Instellingen voor opname verschijnt.
- 6.
- Selecteer in het keuzemenu Snelheid de gewenste snelheid die de recorder voor het branden van de schijf moet gebruiken.
- 7.
- Als u een snelheidstest wilt uitvoeren, schakelt u het selectievakje Maximale snelheid vaststellen in.
- à
- Voordat het brandproces begint, controleert het programma of de brander de sessie wel met de geselecteerde schrijfsnelheid kan branden. Het programma controleert ook of alle geselecteerde bestanden beschikbaar zijn.
- 8.
- Als u de schijf bij een positieve uitslag wilt branden, schakelt u het selectievakje Schrijven in.
- 9.
- Als Nero Vision in staat is het boektype van uw brander te wijzigen en als u het boektype wilt wijzigen, selecteert u de gewenste optie in het vervolgkeuzemenu Instelling boektype.
- 10.
- Als u het project direct naar de schijf wilt branden, zonder de schijfstructuur tijdelijk op de harde schijf op te slaan, schakelt u het selectievakje Burn-at-once gebruiken in.
- 11.
- Klik onderaan rechts op het scherm op de knop Branden.
- à
- Het scherm Branden wordt weergegeven. De projectbestanden worden geconverteerd naar de juiste indeling en worden naar de schijf gebrand. Met de prioriteit bepaalt u de hoeveelheid computervermogen die aan het brandproces wordt toegewezen. Normaal gesproken wijzigt u deze instelling niet.
- 12.
- Als u de prioriteit van het opnameproces wilt wijzigen, selecteert u de gewenste optie in het vervolgkeuzemenu Prioriteit.
- 13.
- Als u wilt dat de computer na het succesvol branden van een schijf wordt uitgeschakeld, schakelt u het selectievakje Computer afsluiten na voltooiing in.
- à
- Zodra het brandproces is voltooid, verschijnt er een venster.
- 14.
- Als u geen logbestand voor het brandproces wilt opslaan, klikt u op de knop Nee.
- 15.
- Als u een logbestand wilt opslaan:
- 1.
- Klik op de knop Ja.
- à
- Er verschijnt een dialoogvenster.
- 2.
- Selecteer de gewenste map in de keuzelijst met invoervak Locatie.
- 3.
- Geef in het invoervak Bestandsnaam de gewenste bestandsnaam op en klik op de knop Opslaan.
- è
- U hebt een schijf gebrand en kunt nu het project nogmaals branden of opslaan, een nieuw project beginnen of hoesjes en labels maken.
Zie ook: